Psychodiagnostiek, meer toegespitst psychologische diagnostiek, is in de visie van PEN het onderzoek dat bij de persoon in diens context sterke, gemiddelde en kwetsbare psychologische patronen en processen hypothetisch in kaart brengt. Doorgaans voert men psychologische diagnostiek uit indien er bij de hulpvrager(s) een bepaalde lijdensdruk aanwezig is.
Aangezien in de wetenschappelijke psychologie de normaliteit een cruciaal studiethema is, heeft de psychodiagnosticus niet alleen oog voor pathologie. Het is wel tegen de achtergrond van uitgebreide kennis van psychopathologie en natuurlijk van beïnvloedingsstrategieën dat dit onderzoek wordt uitgevoerd.
Psychologische diagnostiek kent drie databronnen die alle drie worden gebruikt indien dit mogelijk is bij een te onderzoeken persoon:
- Goed naar de onderzochte kijken, scherp observeren;
- Onderzoeksgesprekken voeren
- Psychologische tests inzetten
De tests worden met name gebruikt indien de observatie en de gesprekken alleen onvoldoende helderheid brengen.
De psychologische (en psychiatrische) diagnoses zijn werkhypotheses: deze worden in de regel getoetst, geëvalueerd en bijgesteld tijdens de interventies die vanuit de diagnose werden opgesteld en geïmplementeerd.