Minnesota Multiphasic Personality Inventory®-Adolescent (MMPI®-A)

De jongerenversie van de MMPI®-2 vult een gat in de testbatterij: er zijn niet veel instrumenten beschikbaar die zijn genormeerd en waarmee voor jongeren tussen de 13 en 18 jaar allerlei typen klachten, problemen en persoonlijkheidsstijlen in kaart kunnen worden gebracht. De antwoorden op de 478 items van de MMPI®-A leiden tot 8 validiteitsschalen, 10 klinische schalen, 3 schalen die verslavingsproblemen meten, 15 inhoudsschalen, en bestrijken veel algemene klachten en stoornissen en een hele serie moeilijkheden die typisch zijn voor jongeren zoals: gedragsproblemen, alcohol en drugsproblemen, ambitieniveau, problemen op school, onrijpheid, etc. De steekproef die gebruikt wordt voor de Nederlandse normen kent 483 jongens en 699 meisjes. Hieraan hebben 15 scholen meegewerkt.

Welke groep normalen, patiënten of cliënten komt in aanmerking om getest te worden? Het afnemen van een vragenlijst als de MMPI®-A gebeurt niet routinematig, meestal is daar een aanleiding voor. Die aanleiding dient psychologisch zinvol te zijn. Een goede reden om te testen is een jongere die zich (al dan niet onder begeleiding van de ouders of verzorgers) aanmeldt voor psychologische hulp bij een GGZ instelling, jeugdhulpverleningsinstelling, een polikliniek van een ziekenhuis etc., en bij wie door onderzoeksgesprekken en observatie alleen de aard en de ernst van de stoornis niet voldoende helder is geworden. De testafname dient dan ter verheldering van de mogelijk aanwezige stoornis(sen).

  • 70 schalen
  • 2 indices
  • 478 items
  • akkoord / niet akkoord
  • 12-18 jaar
  • NL normen
  • paper/pencil afname
  • afname via software
jong, kleurrijk, complex

Doorgaans maakt de MMPI®-A in dit soort situaties deel uit van een testbatterij waarin bijvoorbeeld ook de intelligentie wordt onderzocht en waarbij mogelijk ook nog andere instrumenten worden gebruikt om symptomen in kaart te brengen. Een slechte reden om te testen is een jongere die alleen is gezien door een leerkracht en welke laatste dan vervolgens aan een psycholoog vraagt het kind te testen zonder dat hieraan een of meerdere gesprekken met de psycholoog vooraf gaan. Gezien de aard van de MMPI®-A, de test is met name gericht op het identificeren van stoornissen, ligt het minder voor de hand deze te gebruiken bij jongeren die geen psychische klachten of problemen rapporteren of over wie geen melding wordt gemaakt van dergelijke problemen of klachten. Het is in alle gevallen de diagnosticerend of behandelend psycholoog die verantwoordelijk is voor het gebruik van de test. PEN biedt regelmatig interpretatieworkshops (ook incompany).


Authors: James N. Butcher, Carolyn L. Williams, John R. Graham, Robert P. Archer, Auke Tellegen, Yossef S. Ben-Porath, and Beverly Kaemmer.

Translated and adapted by Permission. Copyright 1992 by the Regents of the University of Minnesota, Minneapolis, MN, U.S.A.. All Rights reserved. Copyright (c) (1993) of the Dutch-Flemish edition by PEN Tests Publisher, Nijmegen, The Netherlands.

Vertaald en aangepast met Toestemming. Copyright 1992 door de Regents of the University of Minnesota, Minneapolis, MN, U.S.A. Alle rechten voorbehouden. Copyright (c) (1993) voor de Nederlands-Vlaamse uitgave bij PEN Tests Publisher, Nijmegen, Nederland.