Het MMPI-2 programma maakt van elke test die ingevoerd wordt na een minuut een reservebestand. Dit bestand wordt telkens na een minuut bijgewerkt zodat u bij ernstige computerstoringen nooit meer kwijt raakt dan hetgeen u de laatste minuut ingevuld heeft.
De reservebestanden hebben een naam van de vorm AutosvXX.mpi. XX staat voor één of meer cijfers. De reservebestanden worden bewaard in dezelfde map als de ingevulde tests. Reservebestanden die ouder zijn dan twee weken worden verwijderd.


Mocht zich een storing voordoen, hetzij mechanisch/electrisch, hetzij anderszins bij het opslaan van een test, dan kunt u het relevante (vermoedelijk het meest recente) reservebestand openen zoals u een willekeurige andere test opent.
U kunt een reservebestand niet verwerken. Om de test te kunnen verwerken, slaat u deze eerst (na voltooiing van de invoer) op onder een andere naam.